Westelijk front

Volgens een agressieve militaire strategie, bekend als het Von Schlieffenplan (genoemd naar de Duitse veldmaarschalk Alfred von Schlieffen), begon het Duitse Rijk op twee fronten de Eerste Wereldoorlog. Door Frankrijk binnen te vallen via neutraal België in het westen en Rusland te confronteren in het oosten.

Op 4 augustus 1914 staken Duitse troepen de grens over naar België. In de eerste veldslag van de Eerste Wereldoorlog vielen de Duitsers de zwaar versterkte stad Luik aan met de krachtige kanonnen en het lukte om de stad op 15 augustus te veroveren. De dood en vernietiging achterlatend, inclusief het moorden van burgers, trokken de Duitsers door België richting Frankrijk.

In september 1914 confronteerden de Franse en Britse strijdkrachten het binnenvallende Duitse leger, dat tegen die tijd diep in het noordoosten van Frankrijk was binnengedrongen tot op een 30 km van Parijs. De geallieerde troepen blokkeerden de Duitse opmars en zetten een succesvolle tegenaanval in. Zij dreven de Duitsers terug naar het noorden van de rivier de Aisne.

Deze nederlaag was het einde van de Duitse opmars en van een snelle overwinning in Frankrijk. Beide zijden groeven zich in in loopgraven en het westelijk front voerde een loopgravenoorlog voor drie lange jaren. Het is bijna onbegrijpelijk dat met een dergelijke opmars van het Duitse Rijk dit uiteindelijk zo vast kwam te zetten. Aan geen enkele zijde werde gedacht dat mogelijk zou zijn.

Bombardementen bleken niet zo effectief te zijn als voorheen gedacht. Door het goed ingraven bleef het merendeel van het leger intact. Op het moment dat er een offensief werd gemaakt, renden de soldaten eigenlijk in een open vuur van kogels. Deze verouderde manier van oorlogvoeren kostte vele soldaten te gemakkelijk het leven. De vernieuwde wapens vroegen om nieuwe technieken maar deze waren nog niet ontwikkeld.

Ook het leven in de loopgraven zelf was hard. Water bleef erin staan wat leidde tot ziektes. Niet alleen een overmatige blootstelling van de ledematen aan het water maar ook de ratten vermenigvuldigen zich snel. Soldaten voelden zich eenzaam en waren niet meer in staat om te vechten. Al vechtende ten onder gaan was iets wat niet vanzelfsprekend was tijdens deze loopgravenoorlog.

Het bloedvergieten op de slagvelden van het westelijk front en de moeilijkheden die de soldaten jarenlang hadden gehad na de gevechten geldt nu nog steeds als een van de meest aangrijpende oorlogsverhalen. Alleen al aan dit Westelijke front vielen miljoenen slachtoffers. Het wordt ook wel als onzinnige oorlog gezien waar fouten herhaaldelijk leidden tot grote aantallen slachtoffers. De berichtgeving naar het thuisfront was over het algemeen niet actueel en werd beter voorgedaan als dat het was. Zowel beide partijen wisten het niet te doorbreken. Pas nadat Rusland zich terugtrok in het Oosten en de Verenigde Staten meer en meer manschappen stuurde kwam er enige beweging in.