Voertuigen in de Eerste Wereldoorlog

De Eerste Wereldoorlog veranderde in een patstelling door de enorme vuurkracht van nieuwe wapens. Terreinwinst was bijna onmogelijk te behalen door de regenbui van lood die elke poging tot een opmars begroette. De enorm toegenomen vuurkracht was het resultaat van de ontelbare uitvindingen die het Industriële tijdperk met zich mee had gebracht. Geavanceerde handvuurwapens, machinegeweren, zware explosieven en zelfs een simpele uitvinding als het prikkeldraad smoorden elke aanval in bloed. Tijdens de oorlog stond de wetenschap niet stil: steeds dodelijkere wapens, zoals de vlammenwerper en het gifgas, deden hun intrede en maakten de situatie in de loopgraven nog ondraaglijker. Maar oorlog catalyseert niet alleen de uitvinding moordwapens: ook het dagelijks leven veranderde snel dankzij nieuwe voertuigen, ontwikkeld voor de strijd. We kijken hier naar de snelle ontwikkelingen die het vliegtuig, de auto en de motorfiets dankzij de oorlog doormaakten.

Het vliegtuig

Pas in de eerste jaren van de twintigste eeuw waren er eindelijk functionele vliegtuigen ontwikkeld., dankzij de lichtgewicht benzinemotor. De uitvinding was nog nauwelijks het beginstadium voorbij toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Al snel werden de potenties van het vliegtuig onderzocht door militaire wetenschappers. De toestellen werden gebruikt als snelle verkenners, om de posities van de vijandelijke loopgraven en troepenbewegingen in kaart te brengen. Er werd geprobeerd om ze te gebruiken als verdedigingswapens tegen de gevreesde bommenwerpende zeppelins, wat een succes werd toen de lichtkogel werd uitgevonden. En na verschillende experimenten met het plaatsen van machinegeweren op de toestellen werd het vliegtuig een volwaardig aanvalswapen toen de vuuronderbreker werd uitgevonden en de piloot als het ware door zijn eigen propeller heen kon schieten. De snelle ontwikkelingen tijdens de Oorlog zorgden voor steeds snellere, betrouwbaardere en grotere vliegtuigen. Toen de Wapenstilstand naderde vlogen enorme Duitse Gotha-bommenwerpers af en aan om Engelse steden te bombarderen, terwijl ze belaagd werden door snelle, hoogontwikkelde jagers zoals de Sopwith Camel. Na de oorlog nam de commerciële luchtvaart – letterlijk – een hoge vlucht.

De auto

Veel van de autobedrijven die we nu iconisch vinden – Rolls-Royce, Ford, Renault, Citroën – stonden in de Oorlog nog in de kinderschoenen. De oorlog gaf deze bedrijven de fondsen, faciliteiten en ervaring om na de oorlog over te schakelen naar grootschalige de productie van commerciële auto’s. Oorspronkelijk was de insteek het produceren van pantserwagens, maar de rubberen wielen bleven een onoplosbaar probleem tot de uitvinding van de rupsband. Waar de auto echt zijn waarde bewees was het vervoer van materiaal (als lorries) en evacuatie van gewonden (als ambulances). De superioriteit van auto’s over paard en wagen werd tijdens de oorlog duidelijk en leidde tot een explosie in particulier autobezit.

De motorfiets

De motorfiets werd ontwikkeld in de hoop dat die de traditionele taken van de kwetsbare geworden cavalerie (verkenning, aanval, snelle verplaatsing) over te nemen. De eerste exemplaren werden in Amerika ontwikkeld en kwamen in 1917 in Europa aan. Ze waren groot, log, en onpraktisch in de modder. Dat weerhield de Amerikanen er niet van om er een zijspan met machinegeweer aan te monteren. Ook de eerste motorkleding is in deze tijd ontstaan . Na de oorlog won de motorfiets snel aan populariteit.